The Canadian Lounge – een oase van spel en ontspanning in Talbot House
Uitzicht en inspiratie
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bood Talbot House in Poperinge een oase van rust voor duizenden soldaten. Het was een unieke ‘Every Man’s Club’, waar mannen even konden ontsnappen aan de gruwel van het front. In deze plek van rust werd zorg gedragen voor het lichaam (Rijk van het Lichaam), de geest (Rijk van het Hart en de Geest) en de ziel (Rijk van de Ziel). In juni 1917 voegden een groep Newfoundlanders een bijzondere uitbreiding toe aan het Rijk van het Hart en de Geest: een levendige games room op het plat dak van ‘The Old House’.
Het plat dak aan de uitbouw van de eerste verdieping bood een prachtig zicht op de tuin. Misschien was het dit uitzicht dat Donald Cox inspireerde tot zijn gedicht The Balcony:
THE BALCONY
This is no balcony above the blue
Soft lapping waters of a still lagoon;
Where maidens wonder if their lads be true,
And will come soon.
Nor from the ground does Romeo’s loving song
Thrill the night air to tell his Juliet
That though true lovers’ paths be hard and long,
He’ll not forget.
More beautiful is this. Those few green trees,
Among whose branches vagrant breezes roam,
Tell of grey towns, green fields and sparkling seas,
That men call Home.
Eerste Halte, p. 214
De geboorte van de Canadian Lounge
Datzelfde dak werd in de zomer van 1917 door een groep Newfoundlanders omgetoverd tot een volwaardige ontspanningsruimte. In slechts één dag slagen ze erin om hiervan een ‘games room’ te maken. Een ingenieuze, maar ook gekke constructie. Het geheel werd ondersteund door een telefoonpaal die — niet zonder schade — dwars door het lood en de tegelvloer beneden was geramd. De beschadigde tegel tussen keuken en eetkamer herinnert daar vandaag nog aan.
Voor de muren en het dak gebruikten ze konijnengaas, aan de binnenkant bekleed met karton en aan de buitenkant met een zeildoek, met hier en daar een linnen venster. Een trapje, dat zelfs tot jaren na de oorlog bleef staan, bood toegang tot de ‘Canadian Lounge’.
Ontspanning en verbondenheid
Van 8 uur ’s ochtends tot minstens 8 uur ’s avonds konden soldaten hier schaken, dammen, pingpongen of gewoon bijpraten. Het geïmproviseerde bouwsel bood plaats aan zo’n 70 mannen. Het werd een knusse games room, met comfortabele stoelen en zelfs hangmatten.
In die periode verhuisde Tubby – de oprichter van Talbot House - zijn kamer ook naar de aangrenzende ruimte, zodat hij steeds een oogje in het oog kon houden.
Veni, Vidi, Vici
In deze games room werden ook tal van tornooien georganiseerd. Zo herinnert Tubby zich een regenachtige herfstavond in 1917. Op dat moment was er een schaaktornooi gaande in de Canadian Lounge, met 14 schaakborden. Rond 19 uur waren de finalisten aan het zwoegen tijdens hun wedstrijd en werd Tubby plots naar de voordeur geroepen. Daar stond een onbekende kanonnier, tot over zijn oren in de modder en doodop. Hij had gehoord dat je in Talbot House kon schaken en hoopte op een spelletje.
Tubby moest hem teleurstellen: alle borden waren bezet. Ze dronken samen een kopje thee en Tubby vertelde hem over het schaaktornooi dat aan de gang was. Alle eenheden hadden hun schaakkampioenen gestuurd. De kanonnier was dolenthousiast en vroeg Tubby: “Kun jij iets voor mij regelen? Ik zou graag tegen de winnaars spelen.” Tubby was verrast door deze vraag, het Huis sloot namelijk binnen een half uur en hij antwoordde dat hij vreesde dat er hier geen tijd voor zou zijn. Bovendien zou de kanonnier hier morgenochtend nog zitten indien hij tegen al die winnaars zou moeten schaken. Daarop antwoordde de kanonnier: “’t Is dat niet wat ik bedoel. Ik wil tegen alle veertien tegelijk spelen.” Tubby brengt deze boodschap over aan de kampioenen, die de uitdaging natuurlijk wilden aangaan.
Zo gezegd, zo gedaan. Alle veertien borden werden opnieuw klaargezet en de wedstrijden konden van start gaan. Onze onbekende kanonnier ging recht op zijn doel af. Binnen het half uur speelde hij de veertien partijen, hij won er twaalf en speelde er twee gelijk. Daarna nam hij afscheid en verdween hij – even mysterieus als hij binnengekomen was – in de duisternis. Tubby en de anderen hebben nooit zijn naam gekend.
De held van het dambord
Die tornooien konden ook voor de nodige competitie zorgen, zo illustreert het verhaal van S. Bradbury, die in augustus 1917 samen met zijn vriend Middy, een eerteklas dammer, een bezoek bracht aan Talbot House. Die Middy nam het op tegen een grote, gespierde Australische sergeant die een grote indruk maakte op de andere soldaten in Talbot House. Met zijn techniek versloeg hij menig tegenstander, totdat Jim Middy rustig plaatsnam als tegenstander van de Australiër.
De match werd met grote ogen gevolgd, maar lang hoefden ze niet te wachten op de ontknoping. Al in een paar zetten werd de Australiër van het bord geveegd, tot zijn grote afschuw en ergernis. Ook de volgende partijen eindigden – weliswaar wat moeizamer – met hetzelfde resultaat. Jim werd gezien als een held. De Australiër volgde de vrienden tot in de tuin, waarbij hij Middy voorstelde om voor vijf francs een trucpspel op het bord te spelen. Ze hadden maar een halve franc op zak, waardoor hier geen sprake van was. De Australiër maakte hier slim gebruik van en beweerde tegen de anderen dat Middy bang was om hem zijn eigen spel te laten spelen. Bradbury vertelt hoe ze zich uit de voeten maakten. Ze brachten nog een aantal keren een bezoek aan het Huis en vertellen hoe de Australiër in kwestie – die dan een spel zat te spelen tegen een of andere nieuweling – zich steeds snel uit de voeten maakte toen hij hen zag, bang om opnieuw een verlies te lijden.
Tot het einde van de oorlog bleef de Canadian Lounge een bruisend middelpunt van ontmoeting, ontspanning en vriendschap binnen het Rijk van het Hart en de Geest. Een plek waar soldaten eventjes alles konden vergeten en zich volledig in schaken, darts, pingpong of andere spellen konden storten.
Bronnen:
Nolf, K., & Louagie, J. (1998). De eerste halte na de hel: Talbot House, Poperinge. Lannoo.
Louagie, J. (2015). A Touch of Paradise in Hell. Helion & Company Limited.



