Een tijdloze band: de Queen’s Westminster Rifles en Talbot House
In het najaar van 1915 krijgt padre Tubby Clayton de opdracht om in Poperinge, net achter het front, een soldatenclub op te richten. Dit moest een warme plek worden waar de Britse Tommies even konden ontsnappen aan de gruwelen van de oorlog, waar militaire rangen wegvielen en iedereen zich thuis kon voelen. Al snel kwam de perfecte locatie op Tubby’s pad: een prachtig, groot wit herenhuis. Op 11 december 1915 opende Talbot House zijn deuren als een Every Man’s Club.
Samen bouwen aan een thuis
Naast Talbot House was een compagnie van de Queen’s Westminster Rifles ingekwartierd. Deze Londense eenheid was vanaf de start razend enthousiast om zijn steentje bij te dragen aan de inrichting van deze soldatenclub. Tubby schreef: ‘The Westminsters reallly adopted the house as their own.’ Samen gaan ze de uitdaging aan om van het leegstaande huis een thuis te maken.
De Eerste Wereldoorlog woedde volop. Het was dus helemaal geen gemakkelijke opgave om het nodige meubilair en de voorzieningen bij elkaar te krijgen. Tubby beschreef hoe o.a. zijn rechterhand, Arthur Pettifer, in de stad ging ‘scroungen’. Zo scharrelde hij een tapijt van uit een buurhuis, dat hij - tot zijn grote teleurstelling - van Tubby dan toch terug moest brengen. De Westminsters Bert Stagg en Ronald Brewster waren er ook bij in de beginweken en zouden later aan de ‘staff’ worden toegevoegd.
Al snel stond er een piano in Talbot House – nog voor er handdoeken of andere basisbenodigdheden waren. Zoals Tubby het mooi verwoordde: ‘Give me luxuries, the necessities can wait!’ Die piano bleek hoe dan ook een belangrijke vondst geweest te zijn, want die werd een centraal element van het Huis en is dat tot op de dag van vandaag gebleven.
Van zolder tot kapel
Het paradepaardje van Talbot House is ongetwijfeld de kapel, algemeen bekend als de Upper Room. In de eerste weken na de opening bevond die zich op de overloop van de tweede verdieping. Dit bleek echter al snel veel te klein. De kapel verhuisde naar de zolder, volgens Tubby de ideale plek om de kapel in onder te brengen. Ook hierbij was enige vindingrijkheid nodig. Zo vond Tubby dat de timmermanswerkbank uit de tuinschuur perfect zou dienen als altaar. Jozef, de vader van Christus, was tenslotte ook een timmerman. Daarnaast kreeg een blauw-witte wimpel, gered uit de ruïnes van de kathedraal in Ieper, een plaats in de Upper Room, alsook de draperieën uit de privékapel de bisschop van Winchester. Later lijstte Stagg het altaarstuk, de prent met een afbeelding van de kruisiging, in. Daarbij gebruikte hij stukken van een tafelblad.
Nog voor de opening van Talbot House, had een Duitse granaat grote schade aangericht, die de Queen’s Westminster Rifles herstelde. De gaten in de vloer van de kapel werden opgevuld met tinnen koekendozen en kleine beschadigingen in de muren camoufleerden ze met hulsttakjes. Zo kreeg de kapel dankzij de creativiteit en de vindingrijkheid van de Westminsters steeds meer en meer vorm.
Feestvreugde en verlies
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de Queen’s Westminster Rifles trouwe gasten in het Huis waren. Zo hielden ze er een paar dagen voor Kerstmis in 1915 een vroege kerstviering, met de traditionele Christmas crackers! De kerstpret was echter van korte duur, want ze werden na een Duitse aanval opgeroepen naar het front om o.a. de Potijzestraat te verdedigen. De feestvreugde namen ze mee tot aan het front, waar ze hun papieren kroontjes uit de crackers op hun gasmaskers zetten. Zelfs in deze barre omstandigheden wisten ze hun humor te bewaren - met een waterpistool dat gevuld werd in een bomkrater als teken van rebellie én plezier.
Bij hun terugkeer naar Poperinge, in de nacht van 23 december, marcheerden ze luidkeels zingend door de straten. Ze waren terug thuis, ondanks het verlies van 9 van hun mannen.
De Queen’s Westminster Rifles bleven niet gespaard van grote verliezen, met als dieptepunt de zomer van 1916. Op 1 juli maakte de Slag bij de Somme 600 slachtoffers onder hen. Veel Westminsters waren gewond, vermist of gesneuveld. Ook Bert Stagg raakte gewond en werd medisch ongeschikt bevonden. Hierdoor kon hij niet langer actieve dienst uitvoeren en keerde hij terug naar Talbot House, waar hij het liefst zo lang mogelijk wilde blijven. Hij bleef er tot hij in september 1917 opnieuw fit voor het front werd verklaard en zijn terugkeer maakte bij het regiment.
Blijvende verbondenheid
De connectie tussen de Queen’s Westminster Rifles en Talbot House bleef voelbaar. Zo creëerden ze een aandenken aan één van hun mannen die sneuvelde in Gommecourt, Rifleman Newton Gammon. De zilveren hostiedoos zorgt ervoor dat de herinnering aan hem blijft bestaan.
Ook lang na de oorlog, in 1938, werd de blijvende connectie vereeuwigd met een gedenkplaat in de kapel die ze hielpen inrichten. Met deze gedenkplaat herdenken ze de periode december 1915 en de sterke connectie tussen de Queen’s Westminster Rifles en Talbot House. ‘Een connectie die nooit helemaal verloren gaat’.
Bij de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog kwam die connectie opnieuw naar voren. Rex Calkin, een voormalige Westminster, was samen met enkele andere Toch H-personeelsleden in Noord-Frankrijk om er Toc H Services Clubs op te richten. Zo kwamen ze op 19 mei 1940 een kijkje nemen in Poperinge of ze in Talbot House weer konden openen voor de troepen. Dit bleek echter niet het geval, aangezien er geen Britse troepen in de buurt waren. Ze bleven overnachten in Talbot House en voor ze op maandag vertrokken, gingen ze nog even bidden in de kapel en noteerden hun naam in het register. Later die dag werden ze krijgsgevangenen genomen.
Een blijvende erfenis van de Queen’s Westminster Rifles
De Queen’s Westminster Rifles speelden een belangrijke rol bij de opstart en ook in het verdere bestaan van Talbot House. Met hun creativiteit en inzet creëerden ze samen met Tubby een thuis waar soldaten troost vonden. Ook na de oorlog bleef de connectie tussen het Huis en de Westminsters voortbestaan. Ze zijn niet zomaar bezoekers geweest; ze maakten Talbot House tot wat het vandaag is.
Bronnen:
- Godden, T. (2022). QWR + Talbot House: The story of the Queen’s Westminster Rifles and the Old House in Poperinge.
- Louagie, J. (2015). A Touch of Paradise in Hell. Helion & Company Limited.




